e enjte, 14 qershor 2007

Portfolio blok 2

Wat kan ik? (en wat nog niet?)
inleiding

Persoonlijk ontwikkelingsplan

In het persoonlijke ontwikkelingsplan worden meningen gegeven van mij en anderen over mijn (werk)instelling en doelen. Ook zullen testresultaten worden getoond.

Leerprestaties

Ik heb een reflectieverslag gemaakt over hoe ik periode 1 heb ervaren, welke beroepscompetenties centraal stonden, wat er tegen viel en wat mee viel, welke studieresultaten ik behaald heb, welke rol ik tot nu toe in teamverband heb vervuld en hoe dat af ging.
Ook staat erin hoe ik mijn studie tot nu toe heb aangepakt.
Daarnaast heb ik het reflectieverslag gemaakt volgens het model van Korthagen.

De eerste periode van mijn opleiding was zeer verrassend en vernieuwend.
De manier van werken op deze school was nieuw voor mij. Toch is dit mij redelijk bevallen. Ik was snel gewend aan deadlines, veel opdrachten maken en presentaties geven.
Waar ik meer moeite mee had in het begin is het werken in teamverband.

De studieresultaten die ik behaald heb zijn tot nu toe redelijk. Ik had er wel iets meer van verwacht.
Ik heb één tentamen niet gehaald, ook niet met de herkansing.
Twee tentamens moet ik nog herkansen, omdat ik toen der tijd afwezig was door ziekte.

In blok een ben ik notulist geweest. Dit beviel me wel omdat ik overal van op de hoogte was. Ook hield ik in de gaten of we de geplande opdrachten op tijd en goed maakten. In het tweede blok was ik eindredacteur. Ik hield goed in de gaten wat anderen afleveren en probeerde hiervan de kwaliteit omhoog te krikken. Daarnaast werd er goed contact gehouden met de ´´opdracht gever´´ om te kijken wat voor eindproduct diegene graag afgeleverd zou willen zien.. Zulke rollen bevallen me wel.

De beroepscompetenties waarvan ik vond dat ze centraal stonden in blok 1 zijn:
- De conceptontwikkelaar kan in een organisatie een concept ontwikkelen dat haalbaar is en van toegevoegde waarde is voor betrokken partijen.
- Een manager kan van een (multidisciplinair) team in een organisatie een project/product realiseren, op een zodanige wijze dat de kwaliteit geborgd is en dat de betrokken partijen tevreden zijn.Een budget houder kan in een organisatie voor een product of bedrijf een reële en correcte begroting opstellen en bij uitvoering de middelen op juiste wijze daarop afstemmen.

Reflectieverslag volgens het model van Korthagen

In deze paragraaf vindt u de antwoorden op de vragen van het model van Korthagen. De opdracht was om deze met korte antwoorden te beantwoorden. Dit model gaat over blok 1.

Fase 1
Wat wilde ik bereiken?
Ik wilde een goed eindproduct, op tijd en volledig ingeleverd hebben.

Waar wilde ik op letten?
Ik wilde letten op volledigheid en op de kwaliteit van ons project.

Wat wilde ik uitproberen?
Ik wilde proberen samen te werken. Dit was vrij nieuw voor mij.

Fase 2
Wat gebeurde er concreet/ wat wilde ik?
Het eindproduct was minder dan verwacht. Ik wilde dat het project in mijn ogen perfect was en voor de deadline ingeleverd was. Dit was helaas niet het geval.

Wat deed ik?
Ik deed mijn best om mijn teamgenoten te motiveren. Ook zorgde ik dat mijn opdrachten af waren op het afgesproken moment. Ik hielp vaak teamleden met hun opdrachten (en andersom). Ik zorgde ervoor dat de vergaderingen nuttig en goed gepland waren.

Wat dacht ik?
Ik dacht dat ik mijn best deed en een goede invloed had.

Wat voelde ik?
Ik voelde me flink gestresst de eerste weken omdat er vaak opdrachten niet gemaakt werden. Ook voelde ik dat we het niet op tijd af gingen krijgen. Dit vond ik zeer frusterend.

Fase 3
Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen?
Ik wilde dat het project ´perfect´ was en op tijd ingeleverd, het liefst nog eerder als de deadline. Maar dit is niet gelukt. Ook werden de opdrachten niet gemaakt zoals ik gepland had.

Wat is daarbij de invloed van de contex/de school als geheel?
De opdracht die we uiteindelijk moesten inleveren kregen we 2 weken voor de deadline. Dit had in week 1 gedaan moeten worden. Ook werd er door de ´opdrachtgever´ steeds van mening verwisseld met betrekking tot ons project.

Wat betekent dat nu voor mij?
Dit betekend voor mij dat het project minder goed is geworden dan wat de planning was. En dat het belangrijk is om goede feedback aan mijn groepsgenoten te geven.

Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)?
Het probleem is dat we de eindopdracht te laat hebben gekregen. Een oplossing daarvoor is de opdracht 5 weken eerder uitdelen. Ook is een probleem dat ik alles iets te goed wil doen.
De positieve ontdekking is dat je met goede feedback aan je groepsgenoten ook al een heel stuk verder komt.

Fase 4
Welke alternatieven zie ik (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mij ontdekking)?
Een oplossing is het volgende blok gelijk vragen naar de juiste opdracht. Nog een oplossing is niet willen dat de opdracht min of meer perfect is maar dat ietsje minder ook nog altijd gewoon goed is.

Welke voor en nadelen hebben die?
Voordelen zijn dat we langer de tijd hebben om de opdracht goed te maken. Er zit geen nadeel aan. Als ik de opdracht goed wil maken in plaats van perfect kost het minder tijd. Een nadeel is dat het project ook een stuk minder goed zal zijn.

Wat neem ik me nu voor ten aanzien van de volgende keer?
Ik neem me voor wat minder kritisch te zijn en meer goede vragen aan de docent te stellen.
Ook wil ik op een goede manier groepsgenoten meer wijzen op hun verantwoordelijkheid.

Testen

Hier staan de gemaakte testen met de uitslagen daarvan. Ik heb alleen de uitslagen in dit verslag verwerkt. De gemaakte belbin-test staat onder het kopje 'Portfolio blok 1'

Totaalscore EQ-test

In het algemeen is je emotionele intelligentie niet zo hoog. Dat wil zeggen dat je soms niet zo goed weet hoe je om moet gaan met de emoties van jezelf en anderen. Dat is helemaal niet erg. Omgaan met emoties kun je namelijk heel goed leren. Emotionele intelligentie bestaat uit 5 aspecten. Hieronder kun je zien hoe je op elk van deze aspecten scoort, en waar eventuele zwakke plekken zitten.

Aanpassingsvermogen

Je hebt een gemiddeld aanpassingsvermogen. Je reageert behoorlijk snel en adequaat op veranderende omstandigheden en onverwachte problemen. Soms kun je echter aan jezelf twijfelen of bang zijn dat je het niet aan kunt. Je kunt dan een foute inschatting maken of problemen voor je uitschuiven. Op zich is dat helemaal niet erg, iedereen doet dat wel eens. Op zo'n moment kan het helpen om wat meer in je eigen kracht te geloven: de kans is groot dat je een stuk sterker bent dan je denkt.

Stressmanagement

Je bent niet zo stressbestendig. Bij tegenslagen kan het gebeuren dat je niet goed meer kunt nadenken en impulsief reageert. Waarschijnlijk ben je een heel gevoelig en emotioneel mens: meer dan anderen word je beïnvloed door prikkels uit je omgeving. Deze sensitiviteit heeft grote voordelen. Het kan je bijvoorbeeld in staat stellen om problemen voortijdig te signaleren en je helpen de gevoelens van andere mensen beter te 'lezen'.

Stemming

Je verkeert nogal eens in een wat negatieve stemming. Je voelt je dan niet zo tevreden en gelukkig. Het kan zijn dat er net iets vervelends is gebeurd dat je moet verwerken of dat je problemen hebt. Wist je dat iets negatiefs (een probleem) 2 á 3 keer zo veel energie en motivatie geeft om je leven te verbeteren dan iets positiefs (een kans of uitdaging)? In jou huist dus een sterke, positieve kracht die je in je voordeel kunt benutten

Enneagram-test: type 8 : De Baas

De volgende typen worden onderscheiden:
EEN: Perfectionist
TWEE: Helper (Gever)
DRIE: Succesvolle werker (Presteerder)
VIER: Romanticus
VIJF: Waarnemer (Opmerker)
ZES: Loyalist (Betwijfelaar)
ZEVEN: Levensgenieter (Avonturier)
ACHT: Baas (Assertieveling)
NEGEN: Bemiddelaar (Vredestichter)

Uitleg type 8

Uitdager, Confronteerder, Baas, Leider

'Ik ben sterk'. Assertievelingen zijn direct, onafhankelijk, zelfverzekerd en beschermend. Ze komen over als sterke persoonlijkheden, stellen onrechtvaardigheid of oneerlijkheid aan de kaak, hebben sterk verantwoordelijkheidsgevoel, hebben houding van 'laat niet over je lopen' en 'sla terug' Ze willen controle houden over de situatie en willen daarom alles weten; ze zijn bezitterig. Het type 'ruwe bolster, blanke pit' kan op de ACHT van toepassing zijn.

Fixatie· Verleiding: macht· Vermijding: machteloosheid
Mensen met deze fixatie hebben ooit aan zichzelf te kennen gegeven dat ze macht over anderen moeten hebben, omdat ze anders niemand zijn. Machteloosheid willen ze vermijden want het geeft hun een malaise-gevoel waar ze geen raad mee weten. Ze willen controle houden over de situatie en oefenen daarbij macht uit. Dit streven wordt vaak gekenmerkt door het recht in eigen hand te nemen. 'Regels zijn er om gebroken te worden en als ik m'n zin maar krijg.' Bij deze fixatie kan sprake zijn van wraakzucht. Als een ACHT geraakt wordt, doordat iemand hem op zijn gezicht laat gaan, zal hij ooit wraak nemen.

Passie: lust
Lust is voor de ACHT een passie, die zich presenteert in een hard pantser. Het gaat daarbij om het daadwerkelijk voelen van lust: "Ik moet hebben wat ik wil. Niet goedschiks, dan maar kwaadschiks.'' Het is de levensenergie die wordt aangewend om te krijgen wat men wil. Ze hunkeren schaamteloos naar bevrediging van hun verlangens. Lust en hedonisme zijn kenmerken van deze op het oog harde persoonlijkheid.

Uitdaging: onschuld (het kwetsbare kind in zichzelf accepteren).

Beroep: leidinggevende functie, manager, directeur.

Beroemde Leiders: Franklin Roosevelt, Lyndon Johnson, Mikhail Gorbachev, Pablo Picasso, Sean Connery, Barbara Walters, Joseph Stalin, Joop van den Ende, Lee Towers, Emile Ratelband, Saddam Hoessein.

Kolb-leerstijlentest

Een positieve score op de AB-CE schaal geeft aan dat je stijl meer abstract is. Een negatieve score op de AB-CE schaal geeft een meer concrete leerstijl aan. Op dezelfde wijze betekent een positieve of negatieve score op de AE-WO schaal dat je leerstijl vooral actief dan wel vooral passief is. De vier kwadranten representeren de vier leerstijlen of leertypes: De doener, De bezinner, De denker en De beslisser.
Bij mij zat de streep aan de denkerskant.

Voor een denker ligt de nadruk op de (logische) samenhang tussen zaken. Een denker houdt zich het liefst bezig met het vormen van begrippen. Het maken van theoretische modellen is de kracht van de denker. Voor de denker staan nauwkeurigheid, logica en het denken in zuivere, abstracte begrippen op de eerste plaats. Vanuit de (gemaakte) theoretische modellen probeert de denker richting de werkelijkheid te komen.
Optimale leeromgeving:
§ Zelfstandig leerstof doornemen en dit binnen zijn eigen denkwereld vorm te geven
§ Orde en rust
§ De mogelijkheid om achtergrondinformatie te krijgen
§ Complexe vraagstukken worden als uitdaging gezien
§ Een duidelijk programma en duidelijke (leer)doelen



Nuk ka komente: